Maximumfactuur (sociale MAF, inkomens-MAF)
Bepaalde rechthebbenden van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming kunnen eveneens aanspraak maken op de maximumfactuur vastgesteld op grond van de sociale categorie. Dit blijkt uit de bepalingen van:
- de wet van 5 juni 2002 betreffende de maximumfactuur in de verzekering voor geneeskundige verzorging;
- het koninklijk besluit van 15 juli 2002 tot uitvoering van Hoofdstuk III bis van Titel III van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994,
- de artikelen 40 tot 46 van de programmawet van 30 december 2005, 2de editie, betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
De maximumfactuur - kortweg MAF - vindt zijn oorsprong in wat men vroeger de "sociale franchise" en de "fiscale franchise" noemde.
De maximumfactuur waarborgt dat een gezin in één jaar nooit meer dan een bepaald bedrag voor gezondheidszorg moet betalen. De tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging wordt verhoogd tot 100 % wanneer het bedrag aan remgeld dat reeds door de gezinsleden betaald is een vastgestelde grens bereikt die afhankelijk is van het gezinsinkomen.
We onderscheiden twee types van MAF:
- De sociale MAF (de vroegere sociale franchise)
- De inkomens-MAF
De toepassing van deze stelsels is hiërarchisch en exclusief. Met andere woorden, de volgorde van toepassing van de MAF begint bij de sociale MAF, vervolgens de inkomens-MAF. Wanneer een gezinslid bovendien onder de inkomens MAF valt, wordt de MAF aan alle andere gezinsleden toegekend.
Voor de sociale MAF bestaat er een automatisch verwittigingsmechanisme voor de eventuele terugbetaling van remgeld dat boven het vastgestelde grensbedrag betaald werd.