Wet van 5 september 2018
HOOFDSTUK 2. - Oprichting van het informatieveiligheidscomité
Art. 2.
§ 1. In afwijking van de bepalingen van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens wordt een informatieveiligheidscomité opgericht, samengesteld uit leden die worden aangewezen door de Kamer van volksvertegenwoordigers.
§ 2. Onverminderd de regeling van zijn werking en bevoegdheden, bij de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid en de wet van 15 augustus 2012 houdende oprichting en organisatie van een federale dienstenintegrator, bestaat het informatieveiligheidscomité uit de kamer sociale zekerheid en gezondheid en de kamer federale overheid en is het samengesteld uit de volgende acht werkende leden, van wie er vier Nederlandstalig en vier Franstalig zijn:
1° een deskundige inzake informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer die deel uitmaakt van de beide kamers en het voorzitterschap van de beide kamers uitoefent;
2° een deskundige inzake elektronisch identiteitsbeheer die deel uitmaakt van de beide kamers;
3° een deskundige inzake informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer die deel uitmaakt van de kamer federale overheid;
4° een deskundige inzake financiële en fiscale aangelegenheden die deel uitmaakt van de kamer federale overheid;
5° twee leden met de hoedanigheid van doctor, licentiaat of master in de rechten, deskundig op het vlak van sociaal recht of gezondheidsrecht, die deel uitmaken van de kamer sociale zekerheid en gezondheid;
6° twee leden met de hoedanigheid van arts, deskundig op het vlak van het beheer van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen, die deel uitmaken van de kamer sociale zekerheid en gezondheid.
De leden bedoeld in het eerste lid, 2°, 4°, 5° en 6°, beschikken minstens over een basiskennis van de informatieveiligheid en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Indien het informatieveiligheidscomité in verenigde kamers vergadert, neemt slechts één lid bedoeld in het eerste lid, 5°, en slechts één lid bedoeld in het eerste lid, 6°, aan de vergadering deel.
§ 3. Voor elk werkend lid wordt onder dezelfde voorwaarden een plaatsvervangend lid aangewezen.
Art. 3.
Om tot werkend of plaatsvervangend lid van het informatieveiligheidscomité benoemd te kunnen worden en het te kunnen blijven, moeten de kandidaten aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° Belg of onderdaan van de Europese Unie zijn;
2° de burgerlijke en politieke rechten genieten;
3° voor wat betreft de kamer sociale zekerheid en gezondheid, niet onder het hiërarchisch gezag van de minister bevoegd voor de sociale zekerheid of de minister bevoegd voor de volksgezondheid staan en onafhankelijk zijn van de instellingen van sociale zekerheid, van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid en de organisaties die in het beheerscomité van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid zijn vertegenwoordigd, van het eHealth-platform en de organisaties die in het beheerscomité van het eHealth-platform zijn vertegenwoordigd, van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg en van de stichting bedoeld in artikel 45quinquies van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;
4° voor wat betreft de kamer federale overheid, niet onder het hiërarchisch gezag van een federaal minister staan en onafhankelijk zijn van de federale overheidsdiensten;
5° geen lid zijn van het Europees Parlement, van het federaal parlement of van een parlement van de gemeenschappen en de gewesten;
6° geen lid zijn van de federale regering, een Gemeenschapsregering of een Gewestregering en evenmin een functie uitoefenen in een beleidscel van een minister;
7° geen lid zijn van de Gegevensbeschermingsautoriteit en niet behoren tot haar personeel.
Art. 4.
§ 1. De leden van het informatieveiligheidscomité worden voor een hernieuwbare termijn van zes jaar benoemd door de Kamer van volksvertegenwoordigers en worden door de Ministerraad voorgedragen. Ze kunnen van hun opdracht worden ontheven door de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Wanneer het mandaat van een werkend of plaatsvervangend lid een einde neemt vóór de vastgestelde datum, wordt dat lid zo spoedig mogelijk vervangen. Het nieuwe lid voleindigt het mandaat van het voormalige lid dat het vervangt.
§ 2. Vóór ze hun ambt aanvaarden, leggen de leden van het informatieveiligheidscomité in handen van de voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers de volgende eed af: "Ik zweer de plichten van mijn opdracht gewetensvol en onpartijdig te vervullen.".
Art. 5.
Binnen de grenzen van hun bevoegdheden krijgen de leden van het informatieveiligheidscomité van niemand onderrichtingen. Zij kunnen niet van hun mandaat worden ontheven voor meningen die zij uiten of daden die zij stellen bij het vervullen van hun functie.
De leden van het informatieveiligheidscomité zijn onpartijdig en objectief en laten zich niet leiden door vooringenomenheid, in welke vorm dan ook. Zij motiveren hun beslissingen, zowel formeel als materieel, en leven de beginselen van behoorlijk bestuur zeer strikt na.
De leden van het informatieveiligheidscomité en hun medewerkers zijn gehouden tot een vertrouwelijkheidsverplichting met betrekking tot alles wat ze uit hoofde van hun functie hebben kunnen vernemen.
Art. 6.
§ 1. Indien de werkende voorzitter verhinderd of afwezig is of niet kan deelnemen aan de besluitvorming wegens een belangenconflict oefent het werkend lid bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2°, zijn functie uit. Indien het werkend lid bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2°, niet beschikbaar is, verdelen de overige leden de taken van de werkende voorzitter onder elkaar, onder leiding van het lid met de grootste anciënniteit of, bij gelijkheid van anciënniteit, van het oudste lid.
§ 2. De plaatsvervangende leden vervangen de werkende leden indien zij verhinderd of afwezig zijn of in afwachting van hun vervanging bedoeld in artikel 4, § 1, tweede lid.
§ 3. Een plaatsvervanger van een werkend lid bedoeld in artikel 2, § 2, eerste lid, 5° of 6°, kan slechts deelnemen aan een vergadering van de kamer sociale zekerheid en gezondheid van het informatieveiligheidscomité indien dat werkend lid niet zelf aan die vergadering deelneemt of indien noch het ander werkend lid met dezelfde hoedanigheid noch de plaatsvervanger van het ander werkend lid met dezelfde hoedanigheid zelf aan die vergadering deelnemen.
Art. 7.
Het lid dat het voorzitterschap van het informatieveiligheidscomité uitoefent, heeft per vergadering van het informatieveiligheidscomité die het bijwoont recht op twee maal het presentiegeld bedoeld in artikel 8.
Art. 8.
De leden, met uitzondering van het lid dat het voorzitterschap uitoefent, hebben per vergadering van het informatieveiligheidscomité die ze bijwonen recht op een presentiegeld van 250 euro (indexcijfer 1,67374). Dat bedrag is gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.
De leden, met inbegrip van het lid dat het voorzitterschap uitoefent, hebben recht op de vergoedingen voor reis- en verblijfskosten volgens de bepalingen die van toepassing zijn op het personeel van de federale overheidsdiensten.