Koninklijk besluit van 4 februari 1997 tot organisatie van de mededeling van sociale gegevens van persoonlijke aard tussen instellingen van sociale zekerheid
(Belgisch Staatsblad van 3 april 1997)
[gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 oktober 2004 (Belgisch Staatsblad van 27 december 2004) en bij het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)]
Artikel 1.
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° "wet": de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
2° "Kruispuntbank": de Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
[3° "informatieveiligheidscomité": het informatieveiligheidscomité bedoeld in de wet van 5 september 2018 tot oprichting van het informatieveiligheidscomité en tot wijziging van diverse wetten betreffende de uitvoering van Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG; – vervangen bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)];
4° "gegevens": de sociale gegevens van persoonlijke aard bedoeld in artikel 2, eerste lid, 6°, van de wet;
5° "instelling": een instelling van sociale zekerheid bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2°, van de wet;
[6° "beheersinstelling van een secundair netwerk": een instelling die een bijzonder repertorium van de personen bedoeld in [artikel 6, § 1, tweede lid, 2°, van de wet – gewijzigd bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)] bijhoudt of de Kruispuntbank voorzover zij voor de betrokken regeling van de sociale zekerheid zelf in haar repertorium van de personen vermeldt bij welke instellingen van sociale zekerheid belast met de toepassing van deze regeling de in het netwerk beschikbare sociale gegevens van persoonlijke aard worden bewaard; - vervangen bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 oktober 2004 (Belgisch Staatsblad van 27 december 2004)]
[7° "instellingen die tot een secundair netwerk behoren": het geheel bestaande uit enerzijds de beheersinstelling van een secundair netwerk en anderzijds de andere instellingen van dat secundair netwerk waarnaar wordt verwezen in het bijzonder repertorium bedoeld in [artikel 6, § 1, tweede lid, 2°, van de wet – gewijzigd bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)], dat de beheersinstelling bijhoudt of in het repertorium van de personen van de Kruispuntbank, voor zover deze laatste voor de betrokken regeling van de sociale zekerheid zelf in haar repertorium van de personen vermeldt bij welke instellingen van sociale zekerheid belast met de toepassing van deze regeling de in het netwerk beschikbare sociale gegevens van persoonlijke aard worden bewaard; - vervangen bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 oktober 2004 (Belgisch Staatsblad van 27 december 2004)]
8° "sociale gegevensbanken": de gegevensbanken bedoeld in artikel 2, eerste lid, 5°, van de wet.
Art. 2.
§ 1. [Een beraadslaging van het informatieveiligheidscomité – gewijzigd bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)] is niet vereist voor de mededeling van gegevens in de volgende gevallen:
1° tussen een instelling en haar onderaannemer;
2° tussen instellingen die tot eenzelfde secundair netwerk behoren wanneer deze mededeling nodig is om de taken uit te voeren die hen zijn toevertrouwd door of krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling betreffende de sociale zekerheid;
3° tussen enerzijds het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en anderzijds het Nationaal Intermutualistisch College of de verzekeringsinstellingen zoals bedoeld in artikel 2, i) van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wanneer deze mededeling nodig is om de taken uit te voeren die hen zijn toevertrouwd door of krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling betreffende de sociale zekerheid.
§ 2. De in § 1 bedoelde [beraadslaging – gewijzigd bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)] is evenmin vereist voor de mededeling binnen het netwerk, tussen instellingen die niet tot eenzelfde secundair netwerk behoren, van de volgende gegevens:
a) het identificatienummer bedoeld in [artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet – gewijzigd bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)];
b) de naam en de voornamen; de geboorteplaats en -datum; het geslacht; de nationaliteit; de hoofdverblijfplaats; de plaats en datum van overlijden; het beroep; de burgerlijke staat; de samenstelling van het gezin;
c) de opeenvolgende wijzigingen van de gegevens bedoeld onder de punten a) en b).
[Art. 3.
De mededeling van gegevens bedoeld in artikel 2, § 1, 1° en 3°, geschiedt niet door bemiddeling van de Kruispuntbank.
De mededeling van gegevens bedoeld in artikel 2, § 1, 2°, geschiedt niet door bemiddeling van de Kruispuntbank, behoudens indien de Kruispuntbank zelf functioneert als de beheersinstelling van het betrokken secundair netwerk. - vervangen bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 oktober 2004 (Belgisch Staatsblad van 27 december 2004)]
Art. 4.
Wanneer de mededeling van gegevens bedoeld in artikel 2, § 1, 2°, op elektronische wijze verloopt, gebeurt zij door tussenkomst van de beheersinstelling van het betrokken secundair netwerk, behalve:
1° wanneer de gegevens worden meegedeeld aan personen bedoeld in artikel 14, eerste lid, 1° tot 3°, van de wet;
2° wanneer de gegevens worden meegedeeld tussen een instelling van het secundair netwerk en haar onderaannemer.
Art. 5.
Wanneer de mededeling van gegevens bedoeld in artikel 2, § 1, 3°, op elektronische wijze verloopt, gebeurt zij door tussenkomst van het Nationaal Intermutualistisch College, behalve:
1° wanneer de gegevens worden meegedeeld aan personen bedoeld in artikel 14, eerste lid, 1° tot 3°, van de wet;
2° wanneer de gegevens worden meegedeeld tussen, enerzijds, het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, het Nationaal Intermutualistisch College of een verzekeringsinstelling en, anderzijds, hun respectievelijke onderaannemers;
3° in de gevallen bepaald in een overeenkomst tussen de Kruispuntbank en het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, na overleg met het Nationaal Intermutualistisch College;
4° wanneer zij betrekking heeft op de uitoefening door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering van zijn controle-opdrachten voorzien door of krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling inzake sociale zekerheid.
Art. 6.
De beheersinstelling van een secundair netwerk dient de mededelingen van gegevens te verzekeren met behulp van een bijzonder repertorium van de personen dat de volgende functies vervult:
1° de mededeling van gegevens leiden en organiseren tussen de sociale gegevensbanken van de instellingen die tot het betrokken secundair netwerk behoren en tussen deze laatsten en het netwerk van de Kruispuntbank;
2° de anonimiteit verzekeren, bij de uitwisseling van gegevens via de Kruispuntbank, van het lidmaatschap van natuurlijke personen bij een vakbond of een verzekeringsinstelling, tenzij indien de instelling waarvoor de informatie bestemd is, deze nodig heeft voor de vervulling van haar taken;
3° verwijzingen beheren naar de personen waarover de onderscheiden instellingen die tot het secundair netwerk behoren, gegevens ter beschikking stellen of opvragen;
4° ervoor zorgen dat de toegang tot de gegevens verloopt overeenkomstig de toelatingen die gegeven werden aan personen die uit hoofde van hun taak of voor de behoeften van de dienst, ertoe toegang hebben.
Het Beheerscomité van de Kruispuntbank kan onderrichtingen uitvaardigen om de functionaliteiten van één of meerdere bijzondere repertoria van de personen aan te vullen en de modaliteiten ervan vast te leggen.
Art. 7.
De mededelingen van gegevens bedoeld in artikel 2, § 1, 2° en 3°, en § 2 moeten aan het [informatieveiligheidscomité – gewijzigd bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)] worden aangegeven binnen een termijn van twee maanden te rekenen vanaf het ogenblik dat die mededelingen een aanvang namen [… – opgeheven bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)] :
1° door de beheersinstelling van het betrokken secundair netwerk voor de mededelingen bedoeld in artikel 2, § 1, 2°;
2° door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering in samenspraak met het Nationaal Intermutualistisch College voor de mededelingen bedoeld in artikel 2, § 1, 3°;
3° door de instelling die de mededeling verricht voor de mededelingen bedoeld in artikel 2, § 2.
Art. 8.
De aangiften aan het T[informatieveiligheidscomité – gewijzigd bij artikel 4 van het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)], bedoeld in artikel 7, vermelden ten minste [de datum, de identiteit van de betrokken partijen, de toepasselijke regelgeving, de doeleinden, de categorieën verwerkte persoonsgegevens, de categorieën van ontvangers van de persoonsgegevens, de maximale bewaartermijn van de persoonsgegevens en de voorziene veiligheidsmaatregelen – gewijzigd bij artikel 4 van het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)].
De aangiften worden gedaan door middel van een formulier waarvan het model wordt vastgesteld door het Beheerscomité van de Kruispuntbank.
Een afschrift van elke aangifte gedaan bij het het [informatieveiligheidscomité – gewijzigd bij artikel 4 van het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)] wordt gelijktijdig aan de Kruispuntbank overgemaakt.
Art. 9.
Het koninklijk besluit van 8 mei 1992 betreffende de mededeling van bepaalde sociale gegevens van persoonlijke aard binnen het netwerk van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, wordt opgeheven.
De aangiften [… – opgeheven bij artikel 5 van het koninklijk besluit van 19 september 2019 (Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2019)] die ter uitvoering van voormeld koninklijk besluit van 8 mei 1992 vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit werden verricht, gelden evenwel als aangifte in de zin van de artikelen 7, 3°, en 8 van dit besluit.
Art. 10.
Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.